Het afgelopen halfjaar heb ik me voor mijn beroepsvereniging Tekstnet verdiept in de Wet DBA. Daarvoor moest ik me door heel wat indianenverhalen heen worstelen. Mijn advies aan tekstschrijvers en opdrachtgevers: laat je niet door die verhalen van de wijs brengen. Want wie ondernemerschap serieus neemt, kan de DBA gemakkelijk aan.
Indianenverhaal 1: voor elke opdracht een aparte overeenkomst
Twee indianenverhalen wil ik er in deze blog uitlichten. De eerste betreft de zogenoemde modelovereenkomsten die gekoppeld zijn aan de Wet DBA. Dit zijn overeenkomsten waarin de zzp’er en de opdrachtgever afspraken maken over de manier waarop ze met elkaar samenwerken. Uit die afspraken moet blijken dat er sprake is van een opdrachtrelatie en niet van een dienstverband. Als beide partijen zich aan die afspraken houden, hoeft de opdrachtgever geen loonheffingen af te dragen en kan de zzp’er de opdracht laten meetellen voor de ondernemersaftrek (mits hij tenminste ondernemer is voor de inkomstenbelasting).
Welnu, het indianenverhaal dat over deze overeenkomsten rondgaat – onder meer heel grappig verbeeld door Arjen Lubach – is dat je voor elke opdracht een aparte overeenkomst moet afsluiten. En dat je dus veel meer administratieve rompslomp hebt dan voorheen. Maar zo’n overeenkomst is niet verplicht en zeker voor tekstopdrachten lang niet altijd nodig. En is een overeenkomst wel zinvol, dan kun je steeds hetzelfde model gebruiken of daarnaar verwijzen in je offerte. Hoe dat precies zit, lees je op de DBA-pagina’s van Tekstnet. Er is er een voor tekstschrijvers en een voor opdrachtgevers.
Indianenverhaal 2: zzp’ers inhuren is te riskant
Het tweede indianenverhaal luidt dat je als opdrachtgever een onoverkomelijk risico neemt als je een zzp’er inhuurt. Hoeveel opdrachtgevers dit denken, weet ik niet; ik hoop van harte dat het aantal meevalt. De gevolgen kunnen natuurlijk desastreus zijn: dat opdrachtgevers minder zzp’ers inhuren of hen dwingen om werknemer te worden. Dat ze alleen nog via intermediairs werken, waardoor de tarieven omlaag kelderen. Of dat ze zzp’ers een overeenkomst voorschotelen, die niemand graag wil ondertekenen.
Van dat laatste heb ik inmiddels een aantal voorbeelden gezien. Daarbij gaat het om overeenkomsten waarin de opdrachtgever alle aansprakelijkheid voor eventuele naheffingen en boetes op de zzp’er afwentelt. Wettelijk is dat maar ten dele toegestaan, dus in de praktijk vallen de gevolgen misschien mee. Maar wat me vooral tegen de borst stuit, is dat de opdrachtgever hierdoor geen enkele verantwoordelijkheid neemt voor de manier waarop hij met zijn zzp’ers samenwerkt. En dat is nou precies wat de Wet DBA wilde tegengaan.
Waar het om gaat: ondernemerschap
Let wel: ik spreek niet tegen dat het risico voor opdrachtgevers groter is geworden nu de VAR er niet meer is. De VAR vrijwaarde hen van alle loonheffingen voor zzp’ers. Maar wat ik bestrijd, is dat het risico onoverkomelijk is. Want waar het in de wet om gaat, is dat opdrachtgevers en zzp’ers met elkaar omgaan, zoals het ondernemers betaamt. Ik denk dat dat voor vrijwel alle opdrachten – in ieder geval in de tekstsector – mogelijk is. Hoe? Door de zelfstandigheid van de zzp’er ruim baan te geven en door afstand te doen van het werkgeversgezag.
Dus, beste opdrachtgever, huur je een zelfstandig tekstschrijver in, maak dan duidelijke afspraken over de resultaten die hij levert, maar laat hem vrij in de uitvoering van zijn werk. En, beste tekstschrijver, ga je voor een opdrachtgever aan de slag? Beschrijf dan in je offerte welke resultaten je gaat bieden en neem de verantwoordelijkheid om je werk op je eigen manier te doen. Wil je nog meer zekerheid, voeg dan aan je offerte een modelovereenkomst toe. Na goedkeuring van de Belastingdienst hoopt Tekstnet deze dit najaar te leveren. Maar wat telt, is de praktijk. Een praktijk waarin niet de indianenverhalen, maar ondernemerschap centraal staat. Volgens mij wordt iedereen daar beter van.